Beeldenpark de Havixhorst

Arie Schippers

(Rotterdam, 1952)

Zijn opleiding genoot Schippers aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam (1972) en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam (1972-1978). In 1977 won hij de Prix de Rome voor vrije schilderkunst. Voor zijn hele oeuvre kreeg hij in 2016 de Sacha Tanja Penning.
Het werk van Schippers is zeer divers van karakter. In geschilderde stadsgezichten legt hij minder voor de hand liggende plekken als parkeerterreinen en vestigingen van fastfoodketens vast. In 2014 presenteerde de Fondation Custodia in Parijs een tentoonstelling van zijn tekeningen.

Schippers maakte twee grote monumenten voor de openbare ruimte. In 2012 werd in Den Haag Long Walk to Freedom onthuld, een drieënhalf meter hoog beeld van Nelson Mandela, weergegeven op het moment dat hij na een gevangenschap van 27 jaar op Robbeneiland zijn vrijheid tegemoet loopt. Bijzonder aan dit beeld is dat het niet op een verhoging staat, maar op het trottoir. Achter Mandela is een hele rij kleine voetstappen te zien, die de ‘walk to freedom’ symboliseren. In Dordrecht werd in 2019 een monument voor Willem van Oranje geplaatst. Net als Louis Royer in 1848 bij zijn beeld van de Vader des Vaderlands op het Plein in Den Haag had gedaan, heeft ook Schippers de hond van Willem van Oranje toegevoegd.

In 2016 ontwierp hij twee Jeroen Bosch-penningen voor de Vereniging voor Penningkunst.
In de collecties van verschillende Nederlandse musea is werk van Schippers te vinden, onder meer in Museum Beelden aan Zee in Scheveningen.

Mijn Getijdenboekje (2012)

Acht portretten van brons, gemiddelde hoogte 25 cm

In 2018 maakte Mijn Getijdenboekje werk deel uit van de tentoonstelling ‘En wie ben jij?’ in Beeldenpark De Havixhorst. Het werk bestaat uit een serie van acht bronzen koppen (vier paar) van mystici en jaargetijden: Jan van Ruusbroec - lente, Meister Eckhardt - zomer, Averroes - herfst en Juan de la Cruz - winter.

Schippers schreef daar toen over: “Wanneer een kunstenaar een portret wil maken van een intrigerend persoon waar niets meer van over is dan misschien wat ongeloofwaardige oude afbeeldingen - of zelfs dat niet- dan is hij aangewezen op zijn inlevingsvermogen. Hij probeert gevoelsmatig een brug te slaan naar degene waar zijn verlangen, zijn interesse en zijn nieuwsgierigheid naar uit gaat.”

Dit uitgangspunt ligt ook ten grondslag aan deze serie, die hij als een eenheid ervaart: een aantal mystici en een pendantportret van een schedel bij elk van hen die vergankelijkheid uitbeelden. Elk paar drukt een jaargetijde uit, waardoor een gevoel van een cyclus ontstaat. “Leven en dood, een uitnodiging tot bezinning aan de hand van de geschriften van deze vier hoofdpersonen”, aldus Schippers.