Beeldenpark de Havixhorst

Charlotte van Pallandt

(Arnhem, 1898 – Noordwijk, 1997)

Charlotte Dorothée barones van Pallandt was één van de eerste vrouwelijke beeldhouwers in Nederland die zich volledig wijdde aan de beeldhouwkunst. Aanvankelijk werd ze opgeleid als schilder en kreeg in Parijs in 1926 les van de Franse kubist-theoreticus André Lhote. Op aanraden van de Russische beeldhouwer Akop Gurdjan, die ze in deze jaren leerde kennen, legde ze zich toe op beeldhouwen. Toen zij eind jaren twintig terugkeerde naar Den Haag, mocht ze in het atelier van Toon Dupuis werken en kreeg raadgevingen van Albert Termote en Oswald Wenckebach. Vanaf 1927 kon ze in Noordwijk werken in het oude atelier van Wenckebach.

In 1935-1936 werkte ze op de Académie Ranson in Parijs, onder leiding van Charles Malfray. Hij leerde haar aandacht te schenken aan de constructieve ordening van de zichtbare wereld. Toch bleef de natuur altijd haar inspiratiebron. In Parijs, waar ze tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog regelmatig verbleef, had ze onder meer contact met Charles Despiau en Aristide Maillol. In 1943 betrok ze in Amsterdam een atelierwoning aan de Zomerdijkstraat, waar ook Fred Carasso, Piet Esser en Paul Grégoire woonden. Via Carasso leerde ze Truus Trompert kennen, die vijftien jaar haar favoriete model bleef.

Van Pallandt verhuisde in 1967 naar Noordwijk. Maja van Hall, die ook daar woonde, leerde ze ruim tien jaar later kennen via Mari Andriessen en er ontstond een warme vriendschap tussen hen.

In 1978 stelde zij de Charlotte van Pallandt-prijs in, voor jong beeldhouwtalent. Met de eerste winnaar, Eja Siepman van den Berg, hield zij door de jaren heen contact.

De portretten van Van Pallandt oogstten veel waardering. Haar fijnzinnige ‘koppen’ getuigen van inzicht in karakter en persoonlijkheid van haar model. Aan een aantal portretten werkte zij jarenlang. Soms maakte ze een serie, zoals bij voorbeeld van collega en leermeester Albert Termote. In Beeldenpark De Havixhorst zijn enkele portretten van haar te bewonderen: Adriaan Roland Holst (1963), Ro Mogendorff (1968) en Maja, het bijzondere, onvoltooide portret in graniet van haar goede vriendin Maja van Hall, waaraan ze in 1989 was begonnen.

Zie voor meer informatie expositie Power Vrouwen

 

 

Wilhelmina (1968)

Brons, 110 x 51 x 41 cm

In 1939 keerde Van Pallandt definitief terug naar Nederland en speelde een belangrijke rol bij de opbloei van de Nederlandse beeldhouwkunst na 1945. Haar positie werd in de jaren zestig versterkt door de opdracht om een monument voor koningin Wilhelmina te ontwerpen voor Rotterdam. Het in hardsteen uitgevoerde beeld van de onverzettelijke figuur van de vorstin werd in 1968 onthuld. In datzelfde jaar schonk Van Pallandt het drie meter hoge gipsen model aan Dirk Hannema, directeur van Kasteel Het Nijenhuis in Heino, dat nu deel uitmaakt van Museum De Fundatie in Zwolle. Naar het gipsen model werden twee afgietsels in brons gemaakt; één daarvan kreeg een plek in de kasteeltuin in Heino en het andere werd in 1984 in Den Haag tegenover paleis Noordeinde geplaatst. Een kleiner exemplaar heeft een plek gevonden naast de toegangspoort tot Beeldenpark De Havixhorst.