Beeldenpark de Havixhorst

Guus Hellegers

Guus Hellegers

(Teteringen 1937 – Steggerda 2019)

Hellegers wilde van kinds af aan maar één ding: beeldhouwer worden. Hij volgde een opleiding aan de Koninklijke Academie in Den Haag (1959-1964), waar hij onder meer les kreeg van de beeldhouwer Dirk Bus en de letterontwerper Gerrit Noordzij. Dankzij een beurs kon een jaar verder studeren aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Antwerpen.

Tijdens zijn opleiding kreeg Hellegers interesse voor het werk van Auguste Rodin, maar ook beeldhouwers als Giacomo Manzú, Marino Marini en Henry Moore waren een bron van inspiratie voor hem. Naast beeldhouwer was hij een gerenommeerd penningmaker en heeft ruim tachtig penningen ontworpen. Ruim tien jaar was hij bestuurslid van de Vereniging voor Penningkunst.  Daarnaast was hij jarenlang kunstcriticus van de Leeuwarder Courant en gaf hij geruime tijd les aan Academie Minerva in Groningen.

 

Het werk van Hellegers heeft een duidelijke signatuur. Hij is consequent de mensfiguur als onderwerp blijven kiezen. Menselijke houdingen zijn voor hem een onuitputtelijke bron voor expressie van gevoelens. Het meest kenmerkend voor zijn oeuvre zijn de ‘platte beelden’, ontstaan vanuit de penningkunst. In de penning Zwangere uit 1972 wist hij succesvol het vogelvluchtperspectief toe te passen en een eenheid te creëren tussen de voor-en achterzijde. Op de voorzijde is een vrouw afgebeeld, van bovenaf gezien, terwijl op de achterzijde van onderaf wordt aangekeken tegen de zitting van de stoel waarop zij zit. Dit werd het uitgangspunt voor een tegengestelde beweging vanuit het platte vlak richting het driedimensionale en voor het experimenteren met de combinatie figuratie en abstractie. Echter, de vorm en de esthetiek alleen zijn niet voldoende. Hellegers gebruikt zijn kunst ook als taal, waarin humor een zekere rol speelt.

Groot Bestuur (1975)

Brons, 72 x 195 x 88 cm

 

Uitgaande van de penning Zwangere maakte Hellegers, ook in 1972, het beeld Moedertje. Hierin bleef de bovenkant van het beeld een reliëf, maar werden aan de onderkant de poten van de stoel en de benen van de vrouw verlengd, waardoor een zekere ruimtelijkheid gewonnen werd. Het beeld Groot Bestuur markeert het eindpunt in de reeks ‘platte- of reliëf beelden’. Dit beeld bestaat uit drie stoelen, met hierop drie figuren met een verschillend karakter. Door de maatvoering is er toch sprake van een eenheid. Het is tevens een beeld met humor en een psychologische inslag tegelijk.