Beeldenpark de Havixhorst

Jac Maris

(Maagdenburg, Duitsland 1900- Nijmegen 1996)

Maris was de kleinzoon van Jacob Maris, landschapsschilder van de Haagse School. Al jong wilde hij kunstenaar worden en zo ging hij op veertienjarige leeftijd in de leer bij de Belgische schilder-beeldhouwer Achilles Moortgat, die toen in Kleef woonde. Daarna studeerde hij korte tijd aan de kunstacademie in Düsseldorf. In 1917 verhuisde de familie Maris terug naar Nederland. Twee jaar later besloot Maris, in navolging van zijn grootvader en diens broers Mathijs en Willem, te gaan reizen door Duitsland, België, Engeland en Frankrijk. In 1923 keerde hij terug naar Nijmegen en vestigde zich in 1926 met zijn vrouw in Heumen. Aanvankelijk maakte hij vooral kleine beeldjes, die hij via kunsthandels verkocht. Midden jaren dertig maakte hij een hele serie beelden en reliëfs voor de Christus Koningkerk in Nijmegen en een kruisweg voor het kruiswegpark in Dokkum. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg Maris, als oud-verzetsman, diverse opdrachten voor oorlogsmonumenten, waaronder het Airborne monument in Oosterbeek en de gedenksteen voor Jan Hoof aan de Waalbrug van Nijmegen.

Als religieus kunstenaar kreeg hij niet alleen veel opdrachten uit katholieke kring, maar ook van particulieren en overheidsinstellingen. Maris maakte beelden in hout, keramiek, kunst- en natuursteen. Zijn meest geliefde onderwerpen waren het dier en de mens. Dat laatste resulteerde in veel elegante vrouwenfiguren, mythische prinsessen en paarden. In de latere fase van zijn leven heeft hij ook veel abstracte werken gemaakt.

In het atelier van Maris in Heumen is nu het Ateliermuseum Jac Maris gevestigd, waar een overzicht van zijn werk te zien is.

 

Beatrix (1982)

Brons, 64 x 44 x 31 cm

Maris was een van de kunstenaars die opdracht kregen een portret te maken van koningin Beatrix bij haar aantreden in 1980. Hij wilde dat het beeld een magistrale, ernstige, gedistingeerde en statige uitdrukking zou krijgen, terwijl tegelijkertijd daarin haar vriendelijkheid naar voren moest komen.

In een interview met Koos van Zomeren in 1984 vertelde Maris daarover: “Ik heb haar zuiverder gemaakt. Ik heb haar niet mooier gemaakt. Ik heb haar gemaakt zoals ik haar als koningin wil zien”.