Beeldenpark de Havixhorst

Paul Grégoire

(Amsterdam, 1915 – Amsterdam, 1988)

Beeldhouwer en medailleur Grégoire stamt uit een kunstenaarsfamilie. Hij was de zoon van de schilder Johannes Hubertus Grégoire en is de vader van beeldhouwer Pépé en de kunstschilders Kenne en Hélene Grégoire. Grégoire begon in 1938 de opleiding schilderkunst bij J. H. Jurres aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1940 stapte hij over naar de beeldhouwklas van Jan Bronner. Van hem heeft hij maar kort les gehad, omdat hij uit solidariteit met zijn Joodse medestudenten in 1941 de Rijksakademie verliet.  De bezettingsjaren bracht hij door in het atelier van Mari Andriessen, als uitvoerder van diens werk. Na de bevrijding maakte Grégoire het eerste oorlogsmonument ter herdenking van de Tweede Wereldoorlog in Nederland, dat in 1947 werd onthuld in Loosdrecht. In de jaren daarna maakte hij diverse andere oorlogsmonument, onder meer in Enschede. Ook van zijn hand zijn de reliëfs van het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam, waarvoor John Rädecker de beeldengroepen ontwierp.  Grégoire vervaardigde ook enkele andere monumenten, onder meer het drieënhalve meter hoge beeld van Jan van den Doem, de veertiende-eeuwse bouwmeester van de Dom in Utrecht (1970).

Naast het uitvoeren van opdrachten, het maken van vrij werk en het ontwerpen van penningen was Grégoire lange tijd als docent verbonden aan de Rijksakademie. In 1956 werd hij daar, naast Piet Esser, professor beeldhouwkunst en bleef dat tot 1980. Hij leidde een nieuwe generatie beeldhouwers op, onder wie Eddy Roos en Maja van Hall. Bij zijn afscheid schreef hij Armatuur, waarin hij in poëtische bewoordingen zijn ideeën over kunst vastlegde, waarin het begrip ‘arabesk’ een belangrijke rol speelt.

Grégoire had een atelierwoning in de Zomerdijkstraat in Amsterdam, die eerder bewoond was door Gerrit van der Veen. In dit complex woonden veel andere beeldhouwers, onder wie Frederico Carasso, Piet Esser en Charlotte van Pallandt.

Het werk van Grégoire, die sterk geïnspireerd was door Charles Despiau, wordt wel omschreven als instinctief en religieus, introvert en ambachtelijk. Hij was een bevlogen, sterk intellectueel gericht maar toch ook zeer poëtisch ingesteld kunstenaar die viool speelde en gedichten schreef.

Pieter d’Hont (1968)

Dit portret dat Grégoire maakte van collega-beeldhouwer en vriend Pieter d’Hont was in 2018 te zien in Beeldenpark De Havixhorst op de tentoonstelling ‘En wie ben jij?’.

Het werd geboetseerd in het atelier Manenburg in Utrecht van d’Hont, die een film maakte van het ontstaansproces. In deze film is een loerende Grégoire te zien, die turend door zijn wenkbrauwen met kneepjes klei het gezicht in de juiste vorm duwt. Het portret doet niet statisch aan. Doordat d’Hont enigszins schuin achteroverleunend is weergegeven, is de houding levendig. Er lijkt een moment van een beweging te zijn vastgelegd. Om dit te benadrukken heeft Grégoire slechts één schouder volledig weergegeven, de andere stopt bij het revers.