Beeldenpark de Havixhorst

Pieter d'Hont

(Hilversum 1917- Utrecht 1997)

Pieter d'Hont werd geboren in Hilversum, maar bracht zijn jeugd door in Tilburg (1922-1929) en Utrecht. Zijn vader was timmerman en die gaf hem de liefde voor ambachtelijk handwerk mee. Zowel zijn vader als zijn moeder tekenden verdienstelijk. Als jongetje wilde d’Hont architect worden en ging na de lagere school als volontair bij een aannemer werken. In 1934 kwam hij in de leer bij tekenaar-beeldhouwer Jan van Uffelen, waar hij veel praktijkervaring opdeed. Twee jaar later ging hij naar de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. In de beeldhouwklas van Jan Bronner, met wie d’Hont na zijn academietijd bevriend bleef, zaten ook Katinka van Rood en Willie Smit, de toekomstige echtgenote van Cor Hund. Piet Esser en Johan Limpers waren ouderejaars studenten. In 1940 won d’Hont de zilveren medaille in de wedstrijd om de Prix de Rome. Een studiereis naar Zagreb, waar Esser toen werkte bij Ivan Mestrović, ging door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog niet door. D’Hont maakte in de oorlogsjaren veel portretten. Ook kreeg hij een opdracht van de gemeente Utrecht voor een groot beeld voor de Spinozabrug. Als atelier mocht hij het middeleeuwse, diepverscholen bolwerk Manenburg gebruiken, onderdeel van de oude stadswal van Utrecht. D’Hont was een productief beeldhouwer en er is veel sculptuur van hem in de openbare ruimte te vinden. In Utrecht alleen al meer dan veertig werken, waaronder het beeld van Anne Frank (1960). Hij wordt wel de officieuze stadsbeeldhouwer van Utrecht genoemd. Maar ook in het noorden staat werk van hem, zoals Maigret (1965) in Delfzijl en De Marskramer (1983) in Assen.

D’Hont heeft veel portretten gemaakt, zowel van familie en vrienden, onder wie Bertus Sondaar, maar ook in opdracht. Zo vereeuwigde hij onder meer de koninginnen Juliana en Beatrix, Henk van Ulsen en veel bestuurders en wetenschappers in brons.

In vergelijking met het werk uit de beginperiode is het latere wat losser en persoonlijker. Een impressionistische oppervlaktebehandeling is dan typerend is voor zijn manier van boetseren. De structuur van de klei draagt bij aan de expressieve kracht van zijn beelden.

 

Het gesprek (1960)

Brons 64 x 34 x 19 cm   

Het gesprek geeft een historische gebeurtenis weer: een gesprek tussen Elia Angelo Dalla Costa, aartsbisschop van Florence, en Angelo Mario Roncalli, kardinaal-priester en patriarch van Venetië. Hun gesprek vond plaats op 25 oktober 1958, de eerste dag van het conclaaf waar de opvolger van de overleden paus Pius XII werd gekozen. D’Hont liet zich inspireren door een foto die van de prelaten was gemaakt. Roncalli, de rechter figuur, werd drie dagen later de nieuwe paus en nam de naam Johannes XXIII aan. D’Hont was een fervent bewonderaar van deze paus. De beeldengroep is in opdracht van de gemeente Zwijndrecht gemaakt. Van Het gesprek bestaan meerdere exemplaren in verschillende formaten. Van het hier getoonde formaat zijn in 1960 tien exemplaren gegoten. Tussen 1960 en 1966 werden er drie ongeveer levensgrote beelden vervaardigd, waarvan er één in Zwijndrecht werd geplaatst, en twintig kleinere beeldjes van ongeveer dertig centimeter hoog.