Beeldenpark de Havixhorst

Eja Siepman van den Berg

(Eindhoven, 1943)

De sinds 1996 in Beetsterzwaag woonachtige kunstenares had al jong veel interesse voor beeldhouwkunst, omdat haar overgrootmoeder, Dora Halbertsma-Grosse Schröder (1855-1939), beeldhouwster was. Tijdens haar middelbare schoolperiode ontmoette zij beeldhouwster Eva Mendlik, van wie ze haar eerste lessen kreeg. Al in 1960 wilde ze naar de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, maar werd niet toegelaten omdat ze te jong was. Na een vooropleiding aan de Academie voor Opleiding tot Teken- en Handvaardigheidsleraren in Tilburg werd ze wel aangenomen. Ze studeerde daarna aan de Rijksakademie (1962-1967), waar Paul Grégoire, Cor Hund en Piet Esser haar docenten waren. In haar studietijd leerde ze hakken in een plaatselijke steenhouwerij, waar ook Nico Onkenhout werkte. In 1967 won ze de Prix de Rome, maar ging niet op studiereis naar Italië, maar maakte een rondreis van drie maanden door Amerika.

In 1978 was ze de eerste winnaar van de Charlotte van Pallandt-prijs en bleef daarna contact houden met Van Pallandt. In hetzelfde jaar exposeerde ze in Zwolle met Fioen Blaisse, Tony van der Vorst en Maja van Hall, met wie ze bevriend raakte. Siepman van den Berg ontving in 2017 de Wilhelminaring voor haar hele oeuvre.

Siepman van den Berg boetseert in was of gebruikt gips als basis voor haar bronzen beelden. Daarnaast heeft zij een grote liefde voor het hakken in steen. Haar werk kenmerkt zich door de fascinatie voor het menselijk lichaam. Haar figuren zijn echter vrij van verhalen en emoties, mede doordat ze ervoor kiest hoofd en armen weg te laten. Het gaat haar om de vorm en de abstracte kwaliteiten. De klassieke uitstraling en stilering van haar werk doet denken aan vroeg-Griekse kunst, terwijl de strenge symmetrie, onderbroken door een naar voren stappend been, herinneringen oproept aan Egyptische beelden.

Haar werk is op diverse plaatsen in het land in de openbare ruimte te zien, onder meer in Utrecht, Den Haag, Amsterdam en Groningen.

In Beeldengalerij Het Depot in Wageningen wordt permanent werk van haar geëxposeerd.

Zigzag-tors (1982)

Dit beeld is representatief voor haar oeuvre waarin het abstracte en het figuratieve samenkomt

 

Lucas (2003)

Brons, 10 x 11 x 14 cm

In haar begintijd maakte Siepman van den Berg portretten in opdracht om in haar levensonderhoud te voorzien. Na het beeld Staand meisje (1972) dat een omwenteling in haar werk betekende, stopte ze hiermee. Nu maakt ze alleen nog portretten wanneer ze er zin in heeft. Zo maakte ze enkele babyportretjes, zoals dit kinderkopje Lucas. Hoewel dit portretje realistischer is dan het overige werk binnen haar oeuvre, is er toch sprake van hetzelfde uitgangspunt. Een baby is in de ogen van Siepman van den Berg een onbeschreven blad en in die zin dus eveneens vrij van emoties en verhalen.

 

 


1607704517-eja-siepman-van-den-berg.jpeg