Beeldenpark de Havixhorst

Theo van der Nahmer

(Eindhoven, 1917 – Den Haag, 1989)

Van der Nahmer volgde de opleiding bouwkunde aan de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in Den Bosch (1933-1938). Aansluitend ging hij 1940 verder met de opleiding tot beeldhouwer aan de Academie voor Beeldende kunsten in Den Haag, waar hij twee jaar bleef. Hij maakte na de oorlog reizen naar Frankrijk en Italië en exposeerde onder andere in Park Sonsbeek op de vierjaarlijkse hedendaagse kunsttentoonstelling en de Keukenhof. Hij woonde in Den Haag en groeide uit tot één van de bekendste Haagse kunstenaars. Als lid van het Haagse kunstenaarsgenootschap Pulchri Studio stond hij midden in het lokale kunstleven en raakte hecht met de stad verbonden. Niet minder dan dertien beelden van zijn hand staan er verspreid over de hofstad, waaronder Eline Vere, de romanfiguur van Louis Couperus. Maar ook in andere plaatsen in het land staan zijn beelden, waaronder Staphorster meisje, dat in 1976 werd aangeboden aan de stad Meppel ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de daar gevestigde Koninklijke Uitgeverij en Drukkerij J.A. Boom & Zoon.

Van der Nahmer was een veelzijdig kunstenaar die verschillende disciplines beheerste: schilderen, tekenen, keramiek en beeldhouwen. Bij voorkeur werkte hij in was, omdat het boetseren, het als het ware ‘opbouwen’ met kleine stukjes was van een beeld totdat het de gewenste vorm had gekregen, hem de artistieke vrijheid bood die hij zocht. De voltooide wassen beelden goot hij zelf in brons volgens de ‘cire-perdue methode’.

Zijn sculpturen, die wel worden omschreven als “opgewekte, geestige spooksels”, hebben ondanks de zwaarte van het brons een merkwaardig licht karakter.

 

Persepolis (1975)

Brons, 280 x 40 x 40 cm

 Persepolis laat de beeldhouwer van zijn meest experimentele kant zien. Het beeld ontstond al werkende vanuit de fantasie. Pas na voltooiing kreeg het de naam van de bekende Perzische stad uit de oudheid, eigenlijk alleen omdat Van der Nahmer die naam zo mooi vond klinken, zoals zijn weduwe eens heeft verteld. Met zijn grillige stapeling van organische elementen doet het werk trouwens ook eerder denken aan een geïmproviseerde totempaal dan aan antieke bouwkunst.

 

 


1607605539-theo-van-der-nahmer-.jpeg