Beeldenpark de Havixhorst

Fioen Blaisse-Kramer

(Amsterdam, 1932- Amsterdam, 2012)

Blaisse was een dochter van zeer muzikale ouders en zelf speelde ze viool. Boetseren leerde ze aan de Opleidingsschool voor Tekenleraren (1953) in Amsterdam. Daarna werkte ze in het atelier van Paul Koning, een leerling van Bronner (1956-1958). Daar ontmoette ze onder meer Wessel Couzijn, Paerl Perlmutter en Ben Guntenaar. Via Guntenaar kon ze gaan studeren aan de Rietveld Academie te Amsterdam. Na haar opleiding betrok ze een atelier in een voormalig schoolgebouw op Wittenburg in haar woonplaats Amsterdam en bleef hier werken tot aan haar dood.

In de jaren zeventig werd ze tijdens een reis door Tunesië gegrepen door het onderwerp

‘dans’ en dit werd een terugkerend thema in haar werk. Op verschillende plaatsen in Nederland verrezen beelden van ‘danseressen’, waarbij beweging en vorm zijn geïntegreerd: Danseres in concentratie (1979) in Eindhoven, Schrijdende danseres met tamboerijn, waarvan exemplaren werden geplaatst in Utrecht (1982), Zwolle (1986) en Sint Oedenrode (1990), en Danseres met tamboerijn (2000) in Amsterdam.

Voor haar danseressen gebruikte Blaisse geen modellen, ze werkte uit haar herinnering. Het zijn geen afbeeldingen van bestaande personen en dus kiest ze voor een mate van abstractie door geen gezichten af te beelden.

In het begin van haar carrière heeft Blaisse veel portretopdrachten uitgevoerd en zo ook in de portretkunst zeker haar sporen verdient. In haar portretten maakt zij de gelijkenis ondergeschikt aan de algemene betekenis die zij haar onderwerp toedicht. Ze is in staat om in een portret de verschillende ‘rollen’ van een persoon te verbeelden.

Blaisse hanteert een directe manier van werken; ze zet haar beelden direct op in gips. Het stadium van ontwerpen slaat ze over. Zelf schreef ze over haar werk: “De bron van mijn werk is het raakvlak van contact met de aarde en muzikale vervoering. Het gaat niet om wat je ziet, maar om wat je voelt. En om dat gevoel in beeld te brengen”.

In 1998 ontving zij de Singerprijs voor haar gehele oeuvre en kreeg ze een overzichtstentoonstelling in het Singer Museum in Laren.

Schrijdende danseres met tamboerijn (1986)

In 1986 werd dit beeld aangekocht door de gemeente Zwolle. Vier jaar eerder was het eerste exemplaar ervan in Utrecht geplaatst als onderdeel van het project ‘Beeldenroute Maliebaan’. Dit project was in 1979 opgezet en er was toen besloten dat er alleen werk van beeldhouwsters zou worden opgenomen. Zo zijn daar ook beelden te zien van Eja Siepman van den Berg, Maja van Hall, Theresia van der Pant en Pearl Perlmutter.

Blaisse wil in haar beelden van danseressen spanning en concentratie weergeven. De danseres belichaamt voor haar de verbeelding van het vermogen van de mens tot overgave aan de dans, het beeldhouwen, aan spanning en aan de behoefte aan harmonie.

“De belofte en niet de vervulling van de dans/Het lichaam luistert naar de geest/De ziel is al in beweging, het lichaam moet volgen/Het beeld moet in een eigen wereld kijken” Fioen Blaisse