Beeldenpark de Havixhorst

Jos van Riemsdijk

(Ukkel, 1915-2005)

Jos van Riemsdijk wilde van jongs af aan beeldhouwster worden. Rond 1930 ging ze naar de Haagse Academie, maar moest stoppen toen haar vader zijn geld verloor na de beurskrach. In 1934 kon zij haar studie toch voortzetten aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar ze in de beeldhouwklas van Jan Bronner kwam. Toen ze het jaar daarop trouwde verliet ze de academie al omdat haar echtgenoot, J.C. Rab, niet achter haar beeldhouwersambities stond. Ze werkte daarom in het geheim bij een beeldhouwer in de buurt. Na het overlijden van haar zoontje in 1938 pakte Van Riemsdijk het beeldhouwen weer echt actief op. Haar dochter Maud, geboren in 1944, gebruikte zij vaak als model voor haar beelden. Na haar scheiding in 1953 hertrouwde ze in 1957 met kunstschilder Frans de Wit.
Na de Tweede Wereldoorlog brak ze door en kreeg ze opdrachten van verschillende gemeentes in het land. Ze had een voorkeur voor het maken van vrij werk en boetseerde graag in klei, maar werkte ook in hout, steen en brons. Haar werk is vooral figuratief. Ze werd bekend met speels gecomponeerde figuren en figuurgroepen, waarin ze probeerde het bijzondere van een bepaald moment vast te leggen.  In de jaren vijftig had ze vooral bewondering voor de Italiaanse beeldhouwers Marino Marini en Metardo Rosso en ook het werk van Henri Moore sprak haar aan.
Van Riemsdijk won twee keer de materiaalprijs verbonden aan de Jacob Marisprijs en de tweede Jacob Hartogprijs.

Majoor O (1949)
Brons, 29 x 17 x 21 cm

In haar portret van Majoor O heeft de beeldhouwer zich bewust beperkt tot een meer ingetogen vormgeving, primair gericht op de gelijkenis, waarmee ze aansloot bij de opdracht die haar was gegeven. Haast onbewogen heeft ze de man afgebeeld, die met een strenge, vastberaden blik recht voor zich uitkijkt.