Beeldenpark de Havixhorst

Frederico Carasso

(Carignano, 1899- Amsterdam, 1969)

Fred Carasso werd geboren in Noord-Italië en woonde daar tot hij in 1922 na de machtsovername door Benito Mussolini uitweek naar Parijs. Daar werkte hij bij een meubelbedrijf. Zes jaar later werd hij Frankrijk uitgezet vanwege zijn politiek activisme en trok hij naar Brussel. Daar moest hij in 1933 ook vertrekken. Met hulp van Hildo Krop kon hij zich in 1934 in Amsterdam vestigen. Nederland werd zijn nieuwe vaderland. Hij kwam uit een familie van handwerkers en in eerste instantie maakte hij prachtige houtsnijwerken, ingekleurde sjabloondrukken en tekeningen. In Amsterdam kreeg hij een atelierwoning aan de Zomerdijkstraat. In dat complex woonden in de loop van de jaren ook andere beeldhouwers, zoals Leo Braat, Wessel Couzijn, Piet Esser, Paul Grégoire, Cor Hund, Charlotte van Pallandt en Gerrit van der Veen. 

In Amsterdam ontplooide hij zich pas als beeldhouwer en werd lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Zijn eerste beeldenexpositie was daar in 1938 in ‘Galerie Robert’, waarmee hij in Nederland naam maakte. Na de oorlog beschouwde men hem als een van de meest vooraanstaande beeldhouwers van zijn generatie en kreeg hij opdrachten voor verschillende oorlogsmonumenten. Het eerste, ter nagedachtenis aan de gevallen sporters, was een mannenfiguur met fakkel, Prometheus, bij het Olympisch Stadion in Amsterdam. Dit was destijds het grootste beeld van Nederland. Daarna volgden verzetsmonumenten in Dreumel , Sprang-Kapelle en Eindhoven. Begin jaren vijftig kreeg hij de opdracht voor een monument in Rotterdam ter nagedachtenis aan de in de oorlog gesneuvelde zeevaartlieden, dit werd het enorme kunstwerk De Boeg van 46 meter hoog (!). Ook het monument ter nagedachtenis aan de Antilianen die omkwamen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Willemsstad op Curaçao ontwierp hij. Verder staan er in verschillende plaatsen in het land vrouwenfiguren van zijn hand en heeft hij de deuren van het Evoluon in Eindhoven ontworpen. Ter voorbereiding van zijn beelden heeft Carasso veel tekeningen gemaakt.

Daarnaast maakte Carasso door de jaren heen, in opdracht, tal van penningen voor verschillende doeleinden.

In 1956 volgde hij Oscar Jespers op als hoogleraar in de beeldhouwkunst aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht.

De zwemmers (1951)

Brons 17 x 78 x 24 cm

Menselijke figuren stonden centraal in het werk van Carasso, waarbij zijn fascinatie vooral uitging naar vrouwelijke vormen. Zijn vrouwenbeelden, van steen of brons, stralen sensualiteit en ongecompliceerde kracht uit, uitgevoerd met golvende lijnen. Zijn eerste beelden waren vooral figuratief. De vrije improvisatie die hij toepaste kwam later in zijn oeuvre sterker naar voren; zijn beelden werden steeds abstracter, tot het uiteindelijk vrije, plastische composities werden.

Zijn idee voor De Zwemmers komt waarschijnlijk voort uit de plaquette die hij eerder had gemaakt voor een zwembad in Amsterdam-Zuid, het Amstelparkbad.